
10/09
2 Minuten
Wijziging overdrachtsbelasting: nieuw 8%-tarief voor woningen zonder hoofdverblijf per 1 januari 2026
Met het Belastingplan 2025 voert het kabinet per 1 januari 2026 een nieuw tarief in binnen de overdrachtsbelasting. Dit tarief van 8% geldt voor woningen die niet bestemd zijn als hoofdverblijf van de verkrijger. In dit artikel zetten wij de huidige regeling, de aankomende wijziging en de formele bronnen voor u uiteen.
Huidige regeling
Op dit moment gelden in de overdrachtsbelasting drie tarieven:
- 0% (vrijstelling) voor starters op de woningmarkt die voldoen aan specifieke voorwaarden (startersvrijstelling).
- 2% voor verkrijgingen van woningen die anders dan tijdelijk als hoofdverblijf zullen dienen (de zogenoemde zelfbewoningsregeling);
- 10,4% voor overige verkrijgingen, waaronder niet-woningen (zoals bedrijfsruimten) en woningen waarvoor de verkrijger niet aan de hoofdverblijfeis voldoet;
In deze systematiek valt de verkrijging van bijvoorbeeld een tweede woning, een beleggingsobject of een vakantiewoning voor eigen gebruik dus onder het hoge algemene tarief van 10,4%.
Wat verandert er per 1 januari 2026?
Met ingang van 1 januari 2026 geldt een nieuw vierde tarief: het zogeheten algemeen woningtarief van 8%. Dit tarief is van toepassing op:
- Woningen die door de verkrijger niet als hoofdverblijf zullen worden gebruikt;
Deze wijziging ziet bijvoorbeeld op beleggingspanden, vakantiewoningen of tweede woningen, ongeacht of de woning daarna (tijdelijk) wordt verhuurd of leeg blijft staan. Het reguliere algemene tarief van 10,4% blijft gelden voor niet-woningen (zoals bedrijfsruimten). Met deze wijziging beoogt het kabinet een lagere belastingdruk bij de verkrijging van huurwoningen die niet onder de zelfbewoningsregeling vallen, en daarmee een stimulans te bieden aan het woningaanbod in de huursector.
Waar is dit terug te vinden?
De invoering van het nieuwe 8%-tarief is formeel vastgelegd in de Tweede nota van wijziging bij het Belastingplan 2025 (Kamerstuk 36 602, nr. 42). Hoewel het wetsvoorstel in december 2024 is aangenomen door zowel de Tweede als de Eerste Kamer en het Belastingplan 2025 is gepubliceerd in het Staatsblad 2024, nr. 434, is het specifieke artikel over het 8%-tarief nog niet verwerkt in de formele wettekst van het Staatsblad. De wijziging is voorlopig dus alleen opgenomen in de toelichtende Kamerstukken, in afwachting van de implementatie per 2026.
Voor raadpleging:
- Tweede nota van wijziging, Kamerstuk 36 602, nr. 42: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36602-42.html
- Staatsblad 2024, nr. 434 (zonder het 8%-tarief): https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2024-434.html
- RVO/Ondernemersplein‑website (overheid.nl): Overdrachtsbelasting recreatiewoning omlaag | Ondernemersplein
Bron: Juridische Dienst NVM